Toevoegen bronnen
In de afgelopen periode hebben we weer een groot aantal bronnen met akten toegevoegd. Vooral via www.openarch.nl waren deze goed toegankelijk. Hierdoor hebben wij nu een groot aantal personen, relaties en bronnen in ons bestand staan. De aantallen ziet u hieronder.
Ons gegevensbestand in cijfers op dit moment
Omschrijving | Stand september 2021 | Stand juni 2020 | Aantal toegevoegd |
Personen | 33.159 | 29.955 | 3.204 |
Relaties | 13.787 | 12.447 | 1.340 |
Totaal bronnen | 31.728 | 27.241 | 4.487 |
Aktes burgerlijke stand (na 1811) | 27.048 | 23.241 | 3.807 |
Notariële aktes | 868 | 817 | 51 |
Doop, trouw, begraven (voor 1811) | 2.421 | 1.849 | 572 |
Familieadvertenties en -kaarten | 397 | 390 | 7 |
Grafschriften/foto’s graven | 206 | 203 | 3 |
Boeken c.q. periodieke uitgaven | 152 | 152 | 0 |
Diversen | 257 | 214 | 43 |
Zichtbaarheid bronnen
Met deze update is de originele bron goed zichtbaar. Door op de originele bron te klikken, opent zich een nieuw venster. Door dit nieuwe venster weer te vergroten is de bron zichtbaar.
Purmerend-Rapen
De parenteel van de “Purmerend-Rapen” is geactualiseerd en zoveel mogelijk van bronnen en akten voorzien.
Er is (nog?) geen aansluiting met de “Amsterdam-Rapen”.
Hoyingh, Overlander, Kieft
De (aangetrouwde) familie van Floris Adriaansz Raap {1583) is verder in kaart gebracht en eveneens daar waar mogelijk van bronnen en akten voorzien.
Transkribus
Het is alweer 60 jaar geleden, dat de speurtocht naar een gedocumenteerde afkomst van Adriaan Florisz Raap, paruikenmaker in Leeuwarden ter hand werd genomen.
Het zoeken in archieven was indertijd een tijdrovende aangelegenheid. Om archieven te bezoeken moest vele kilometers gereisd worden. Eenmaal in het archief aangekomen begon de speurtocht in handmatige indexen, microfiches en op film vastgelegde documenten. Zoeken in de kilometers lange notarisarchieven, veelal zonder index, leverde slechts sporadisch een resultaat.
Er is sindsdien veel veranderd. Archieven zijn druk bezig met het digitaliseren van documenten en deze online beschikbaar te stellen. Door initiatieven zoals “Vele Handen” worden archieven toegankelijk gemaakt. Het project “Alle Amsterdamse Akten” helpt met het aanmaken van indexen waardoor het zoeken op naam aanzienlijk vereenvoudigd wordt.
Zoeken in het notariële archief van het Stadsarchief Amsterdam op “Raep” levert 214 resultaten op. De oudste akte, een schepenkennis/kwitantie, is van 24 mei 1612 en is opgemaakt door notaris Palm Mathijsz.. Adriaen Pietersz Raep en Frederick de Vrij worden hierin genoemd als schepenen.
Een ander project van “Vele Handen” is “Crowd leert computer lezen”. Hierbij worden handschriften, die door een computerprogramma gelezen zijn, gecorrigeerd. Het programma “leert” aan de hand van deze correcties om handschriften beter te lezen.
Het programma achter het transcriberen van handschriften is “Transkribus”. Dit programma is ontwikkeld door de Universiteit van Innsbruck. Het is ook voor particulieren beschikbaar. Na het downloaden en installeren van het programma kunnen handgeschreven documenten worden aangeboden aan de server in Innsbruck. Na verloop van enige tijd is een “ruwe” transcriptie beschikbaar. Deze transcriptie moet nog wel handmatig gecorrigeerd worden.
Een hiervan afgeleide toepassing is “Key Word Searching”. Documenten kunnen worden doorzocht, nadat zij eerst door de computer via handschriftherkenning zijn getranscribeerd. De gemaakte transcripties worden niet handmatig gecorrigeerd. Dit is onder andere mogelijk in “Open Archieven”.

Het gruwelijk einde van Jacob Floriszoon Raap
Het is niet ongebruikelijk, dat niet achterhaald kan worden waar een persoon geboren of overleden is. Van onze mr. paruikmaker Adriaan Floris Raap is bij voorbeeld de geboorte nog steeds in nevelen gehuld.
Wij weten ook, dat Floris Adriaensz Raap (1583-1656) een “natuurlijke zoon” lees “buitenechtelijk” had, genaamd Jacob. Moeder, geboortedatum, etc. onbekend.
In zijn testament van 30 januari 1630 legt Floris vast, dat:
“Jacob Florisz Raep natueren sone van Floris Adriaensz Raep voor een legaet genieten
sal de somme van vier duijsent guldens courent voor sijn alimentatie”. [1]
In latere testamenten wordt Jacob niet meer genoemd.
In 1636 komen wij Jacob weer tegen. Zijn vader heeft hem voor twee jaar in de kost gegeven bij chirurgijn Rogier Rogiersen om “onderwesen, ende geleert te werden de conste van de chirurgie”. Floris beklaagt zich er over, dat Rogier “sijn insinuants soon hebt misbruijckt ende den selven soo binnen als buijtens huijs belast te doen onreijne saecken ende wercken”. Jacob is door Rogier de deur gewezen. [2]
Rogier geeft als reactie, dat Jacob “hem soo grostelijcken, ende schandelijcken heeft verloopen, dat den insinuant hem niet langer in sijn dienste begeerde te houden”
Uiteindelijk wordt afgesproken dat Jacob tot 10 mei van het volgende jaar in dienst kan blijven en dat in geval van “eenige ontrouwicheijdt off andere quaede, ende lelijcke fauten” het dienstverband met onmiddellijke ingang beëindigd zal worden.

Lange tijd was dit alles wat over Jacob bekend was, totdat onlangs Jacob bij toeval werd gevonden in het scheepssoldijboek van het fluijtschip “De Gulde Buijs”. Door een onjuiste indexering “Haep” i.p.v. “Raep” was dit niet eerder boven water gekomen. [3]
Jacob treedt op 3 mei 1640 in dienst van de VOC als opper-barbier voor een gage van f 30,– per maand. Na een reis van 12 maanden arriveert hij in Batavia.
De taken van een barbier op een VOC-schip bestaan niet alleen uit knippen en scheren, maar ook uit kiezen trekken, wonden en botbreuken behandelen, etc. In feite was Jacob de scheepsarts.
Wij komen Jacob nog één keer tegen in een notariële verklaring[4]. Hij is inmiddels bevorderd tot opper-chirurgijn. Op 1 september 1643 vertrekt hij met het fluitschip “den Otter” uit Banda met bestemming Batavia.

Voor de kust van Makassar (het huidige Celebes) gaat het mis. “Den Otter” lijdt schipbreuk op het rif voor het eiland Buton. De bemanning weet zich te redden in twee boten. Zij gaan aan land in Makassar en worden daar door de plaatselijke bevolking doodgeslagen.
Eén man weet te ontsnappen, Abraham Thomsz. Hij wordt in Boton (Buto?) gevangen genomen en uiteindelijk door de VOC bevrijd. Tijdens een volgende reis vertelt Abraham het verhaal aan o.a. Joost van Kuijck en Lucas Pietersz, die op verzoek van Floris Adriaensz Raap een verklaring afleggen bij notaris Hendrik Schaef.
Afkomst Anna Catharina Hendriks Wiersma
Inmiddels is er met de vondst van een aantal documenten in Nedergerecht Leeuwarden meer duidelijk over de afkomst van moeders zijde van Anna Catharina Hendriks Wiersma.
Wij waren reeds in het bezit van enkele documenten waarin ene Hendrick Beerns, mr. Scheydemaker te Leeuwarden zijn erfenis naliet aan de kinderen van Martzen Chardes, moeder van Anna Catharina Hendriks en de kinderen van haar broers en zussen. Inmiddels is duidelijk geworden dat Hendrick Beerns getrouwd was met Trijntje Chardes (zuster van Martzen Chardes). Het echtpaar is overleden zonder kinderen na te laten.
De herkomst van de naam Wiersma is ons nog steeds niet duidelijk.
OUDSTE DOCUMENT en verdere aanknopingspunten daaruit
In 1733 bewoonde pruikmaker Adriaan Floris Raap een ruimte in een pand in Leeuwarden dat voor 1/12 deel in eigendom was van Aeltie Wiersma. Isaac Wielant, wijnkoper en evenals Aeltie gehuwd geweest met een lid van de Luertsma of Lui(y)ertsma-familie, verkocht dit (bedrijfs-)gebouw aan de Korfmakerstraat-Cyprianussteeg in 1711 voor het grootste deel aan Caspar Fransen Seth/Zeth die van beroep vleeshouwer was en daarnaast ontvanger.
De familiaire verbanden van Aeltie Wiersma worden geleidelijk duidelijker.
Haar vader Jan Cornelis Wiersma (1630/01-04-1682 te Leeuwarden) was bereider en verkoper van lakens, bouwmeester van Leeuwarden in de jaren 1674, 1675, 1676 en 1677 en vanaf 04-11-1676 tevens lid van de vroedschap van de Friese hoofdstad. Naam van zijn echtgenote is niet bekend.
Kinderen uit zijn huwelijk: Jancke (doop 08-03-1661, akte 3162), Aeltie(doop 03-11-1676, akte 4771), Christianus (geen doopakte gevonden), Hessel (08-12-1667, akte 6518), Selis (02-12-1659, akte 2543) en Dieuke (doop 29-03-1668, akte 176, 1e jong overleden; 2e met dezelfde naam doop 31-03-1672, akte 2326).
Aeltie Wiersma huwt in 1682 ten eerste met dr. Petrus Luyrtsma, advocaat Hof van Friesland en ten tweede in 1687 met Hans Jurien (Schroot) die herpauker is.
Bronnen goederen
In 1698 (inventarisnr. F2691 Tresoar) worden er bij stemnr. 28 te Burum vier eigenaren genoemd:
- Hessel Knijff met bode Douwe (of later Dominicus) Heeringa of Haringa* voor ¼-deel
- Hessel Knijff voor ¼ deel
- Bouwmeester Wiersma met zijn kinderen voor ¼-deel (hierbij Aeltie Wiersma)
- Rintie Tambuser** of Tamboeser voor ¼-deel
In 1698 (inventarisnr. F2690 Tresoar) worden er bij stemnr. 1 in Sint Annaparochie in Het Bildt drie eigenaren genoemd:
- Hessel Knijff met Douwe Heeringa voor 1/12-deel
- De kinderen van bouwmeester J.C. Wiersma (genoemd: Karst, Hessel, Jancke, Aeltje en Dieuwke) voor 5/12-deel
- Rintie Tamboeser voor 6/12-deel oftewel de helft
*** In 1728 is Rintje Tamboeser hiervan nog voor 1/3-deel eigenaar, Bote Tamboeser ook voor 1/3-deel en Aeltje Wiersma, dan als weduwe van Hans Jurjens genoemd, voor ook 1/3-deel.
Over het algemeen is er sprake van een familie-relatie tussen de grond-eigenaren
- Bode Douwe of Dominicus Heeringa/Haringa, de latere gemeente-secretaris van Rauwerderhem, was gehuwd met Arjaentje Knijff (huwelijk 21-01-1699). Horatius Hiddama van Knijff (zoon van Hotze Pieters van Knijff en Lutske Goslisk Hiddema) was grietman van Ferwerderadiel en huwde met Titia Hillegonda van Burum)
- Rintje Tamboeser is zoon van Hendrik Rintjes Tamboeser (boekdrukker, boekverkoper, dichter, DOOPSGEZIND leraar/leke-prediker, die van 1656-1698 in drukkerij en uitgeverij De ZAADZAAYER in de Peperstraat te Leeuwarden woonde. (OPMERKELIJK: uit bewaard gebleven drukwerken – Universiteit Gent/Amsterdam etc. – blijkt dat dit een DOOPSGEZINDE drukkerij is geweest die ook botanische en ‘’boere-boeken” (praktijk voor de boer) uitgaf.
Horatius Hiddema van Knijff] KNIJFF (Horatius Hiddema van) werd geboren in 1703 en was de zoon van Godschalk van Knijff, raadsheer in het hof, en van Helena Aebinga van Humalda. Den 2den Augustus 1729 tot grietman van Ferwerderadeel bevorderd, verwierf hij zich door het waarnemen van vele staatscommissien veel invloed en gezag. Als ijverig republikein had hij zich den haat der Oranje-gezinden op den hals gehaald, en werd hij beschuldigd het land aan de Franschen te hebben willen verkoopen. Terwijl bij de omwenteling van 1748, in den nacht van den 1sten op den 2den Junij, zijne fraaije buitenplaats Lauta-state te Wier, waar hij toen woonde, in den brand gestoken en met alles wat zij kostbaars inhield vernield werd, ontsnapte hij ter naauwernood aan de handen van het | |
[p. 278] | |
woedende volk en woonde vervolgens in een klein huis Meekmastate te Ferwerd, waar hij, tot eene gedachtenis van de brandschade, hem toegebragt, op het hek potten met vuurvlammen plaatste. Hij bleef in zijne ambten en commissien en overleed in het voorjaar van 1770. Hij stond bekend als een kundig regtsgeleerde en als een man van orde. Het schoon en krachtig advies tegen de erfelijk verklaring van het stadhouderschap in de vrouwelijke linie, hetwelk wegens de rondheid van taal, vooral in die dagen, opmerkelijk was, en bij Cerisier (D. X. bl. 407) gedeeltelijk is bewaard gebleven, is door hem ter kamer van Oostergoo uitgebragt. Hij was gehuwd met Titia van Burum. Zie Scheltema, Staatk. Nederl.; van Sminia, Nieuwe Naaml. van Grietmann. bl. 56-58. |
Tot slot
Wij gaan onverdroten verder met de zoektocht naar de afkomst van Adriaan Floris Raap (1709). Met name hopen wij dat door de ontsluiting van de notariële akten Amsterdam de oplossing zich zal aandienen.
In de loop der tijd zullen steeds meer notariële akten met transcriptie worden toegevoegd.
Voorts is het de bedoeling om alle personen in ons bestand te voorzien van de beschikbare gegevens met bijbehorende documenten. Dat dit een behoorlijk karwei is, moge duidelijk zijn.
[1] Akte dd. 23-01-1630 – Notaris Palm Matthijs (Stadsarchief Amsterdam – T 5075 I 444 F 23vs)
[2] Akte dd. 27-02-1636 – Notaris Jacob Claesz Zwieten (Stadarchief Amsterdam – T 5075 I 865 F 71/72)
[3] Akte dd. 03-05-1640 – VOC: Opvarenden- Soldijboek Gulden Buis – T 1.04.02 I 5275 F 15
[4] Akte dd 15-12-1645 – Notaris Hendrik Schaef (Stadsarchief Amsterdam – T 5075 I 1292 F 49